Frequently asked questions
Bemiddeling in de zin van het Gerechtelijk Wetboek is een gestructureerde procedure waarin twee of meer partijen bij een geschil vrijwillig proberen om met hulp van een bemiddelaar tot een oplossing te komen.
Deze procedure kan door de partijen zelf worden gestart of door een rechterlijke instantie worden voorgesteld of gelast. Bemiddeling biedt een flexibele en vertrouwelijke manier om conflicten op te lossen zonder de noodzaak van langdurige juridische procedures.
De bemiddelaar is een onpartijdige en neutrale persoon die als derde partij optreedt, en niet als advocaat of (scheids)rechter. Zijn rol is om de dialoog tussen de partijen te herstellen door te luisteren en respectvolle communicatie te bevorderen. Naast een hogere opleiding moet de bemiddelaar een specifieke opleiding in 'bemiddeling' hebben gevolgd en regelmatig permanente vorming volgen.
Enkel akkoorden die worden afgesloten met een door de Federale Bemiddelingscommissie erkend bemiddelaar, kunnen in principe zonder het opnieuw ter discussie stellen van de inhoud van het akkoord uitvoerbaar verklaard worden, wat betekent dat ze dezelfde kracht hebben als een vonnis van een rechter. Bovendien kan in principe enkel een erkend bemiddelaar optreden bij een gerechtelijke bemiddeling.
Het woord ‘bemiddeling’ dekt heel wat verschillende ladingen, waardoor het vaak foutief gebruikt wordt. Het optreden van bv. ombudsmannen bij (overheids)bedrijven, bedrijfsorganisaties, ziekenhuizen, de federale ombudsman, bemiddelaars in strafrechtelijke zaken, in fiscale zaken en schuldenbemiddelaars situeert zich binnen andere contexten dan de hier beschreven en wettelijk geregelde bemiddeling.
Bemiddeling verschilt van andere vormen van conflictbemiddeling doordat het een vrijwillig, vertrouwelijk en gestructureerd proces is waarbij een neutrale derde partij (de bemiddelaar) de communicatie faciliteert en de partijen helpt zelf een oplossing te vinden. In tegenstelling tot arbitrage of gerechtelijke procedures, nemen de partijen zelf de controle over de uitkomst, wat meestal sneller, goedkoper en flexibeler is.
In vergelijking met een onderhandeling zonder begeleider biedt bemiddeling de voordelen van een gestructureerd proces en de ondersteuning van een bemiddelaar, die helpt om communicatieproblemen op te lossen en de focus op constructieve oplossingen te houden.
Het bemiddelingsproces begint met een intakegesprek waarin de Ituna - bemiddelaar de kwestie bespreekt en de betrokken partijen informeert over het proces. Vervolgens worden gezamenlijke en individuele sessies gehouden waarin de partijen hun standpunten uiteenzetten, belangen identificeren en werken aan een oplossing.
Wanneer de partijen uiteindelijk tot een bemiddelingsakkoord komen, wordt dit vastgelegd in een gedateerd en door alle partijen en de ituna-bemiddelaar ondertekend document. Het akkoord bevat de precieze verbintenissen van elk van de partijen.
De partijen, of één van hen, kunnen het bemiddelingsakkoord dat tot stand kwam met een erkende Ituna-bemiddelaar ter homologatie voorleggen aan de bevoegde rechter. De homologatiebeschikking heeft vervolgens de gevolgen van een vonnis.
De documenten opgemaakt en mededelingen gedaan tijdens een bemiddelingsprocedure zijn vertrouwelijk. Ze mogen niet worden gebruikt in gerechtelijke, administratieve, arbitrale of andere procedures voor conflictoplossing en zijn niet toelaatbaar als bewijs, zelfs niet als buitengerechtelijke bekentenis.
Bij schending van de vertrouwelijkheids- of geheimhoudingsplicht door degenen die daartoe verplicht zijn, zal de rechter of arbiter in billijkheid oordelen over de eventuele toekenning van schadevergoeding en de omvang daarvan. Vertrouwelijke documenten en mededelingen die desondanks zijn onthuld of waarop een partij zich beroept in strijd met de vertrouwelijkheidsplicht, worden ambtshalve uit de debatten geweerd.
De bemiddelaar mag, behoudens wettelijke verplichtingen, geen feiten openbaar maken die hij uit hoofde van zijn ambt heeft vernomen. Hij mag niet als getuige worden opgeroepen in verband met de feiten uit de bemiddeling en mag ook de reden van de mislukking van de bemiddeling niet onthullen, zelfs niet aan de rechter of arbiter bij wie het geschil aanhangig is. Artikel 458 van het Strafwetboek is van toepassing op de bemiddelaar.
De kosten van bemiddeling variëren afhankelijk van de aard van het geschil, de duurtijd van het traject en andere factoren. Over het algemeen zijn de kosten van bemiddeling lager dan die van een gerechtelijke procedure en kunnen ze worden verdeeld tussen de betrokken partijen.
De partijen wijzen in onderlinge overeenstemming een bemiddelaar aan die hen zal begeleiden tijdens het bemiddelingsproces. Als zij er niet in slagen om gezamenlijk een bemiddelaar te kiezen, kunnen zij een derde partij belasten met de taak om een geschikte bemiddelaar aan te wijzen.
De duur van een bemiddelingstraject varieert afhankelijk van de complexiteit van het geschil en de bereidheid van de betrokken partijen om samen te werken. Sommige geschillen kunnen binnen enkele sessies worden opgelost, terwijl andere meer tijd nodig hebben.
De wet voorziet in drie soorten bemiddeling waar u gebruik van kunt maken:
Familiezaken: Voor conflicten zoals (echt)scheiding, nalatenschap, samenwonen en generatieconflicten.
Burgerlijke en Handelszaken: Voor geschillen tussen klant en leverancier, aandeelhoudersconflicten, betalingsgeschillen, en kwesties rondom huisvesting of mede-eigendom.
Sociale Zaken: Voor conflicten zoals het ontslag van een werknemer en collectieve arbeidsconflicten.
Deze bemiddelingsvormen bieden een vreedzame en efficiënte manier om uiteenlopende conflicten op te lossen, waardoor u tijd en kosten van juridische procedures kunt besparen.
De partijen bepalen samen met de bemiddelaar de nadere regels en de duur van de bemiddeling. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd in een bemiddelingsprotocol, dat door zowel de partijen als de bemiddelaar wordt ondertekend.
Als de bemiddeling slaagt, wordt het akkoord schriftelijk vastgelegd en ondertekend door de partijen en de bemiddelaar. Dit akkoord kan door de rechter worden gehomologeerd, waardoor het dezelfde kracht krijgt als een vonnis.
Elke partij kan op elk moment de bemiddeling beëindigen, zonder dat dit nadelige gevolgen voor haar heeft.
Als de bemiddeling niet tot een akkoord leidt, kunnen de betrokken partijen ervoor kiezen om andere vormen van conflictoplossing te overwegen, zoals arbitrage of een gerechtelijke procedure. In sommige gevallen kan zelfs een gedeeltelijke overeenkomst worden bereikt, waarbij bepaalde aspecten van het geschil worden opgelost en andere worden voorgelegd aan een andere vorm van geschillenbeslechting.
Het is belangrijk om te weten dat de documenten opgemaakt en de mededelingen gedaan in de loop van en ten behoeve van een bemiddeling vertrouwelijk zijn. Zij mogen dus niet worden aangevoerd in enige gerechtelijke, administratieve of arbitrale procedure of in enige andere procedure voor de oplossing van conflicten en zijn niet toelaatbaar als bewijs, zelfs niet als buitengerechtelijke bekentenis.
Een bemiddelingsbeding is een clausule in een overeenkomst waarin de partijen afspreken eerst bemiddeling te proberen voordat ze andere vormen van geschillenbeslechting inzetten.
De bemiddelaar zorgt ervoor dat de bemiddelingssessies plaatsvinden op een geschikte locatie, aangepast aan de specifieke behoeften van de bemiddeling. Hierbij wordt altijd gezocht naar een locatie die het beste aansluit op de wensen van alle partijen, met aandacht voor bereikbaarheid, comfort, veiligheid en discretie. Daarnaast mag de bemiddelaar ook virtuele sessies organiseren.
Ja, experten kunnen deelnemen aan de bemiddeling. De bemiddelaar kan, met instemming van de partijen, derden horen of een deskundige inschakelen als de complexiteit van de zaak dat vereist. Deze deskundigen zijn gebonden aan de vertrouwelijkheidsplicht.
Als het bemiddelingsvoorstel per aangetekende brief wordt verzonden en een aanspraak op een recht bevat, wordt het gelijkgesteld met een ingebrekestelling. Dit bemiddelingsvoorstel schorst de verjaring van de aan dat recht verbonden vordering gedurende één maand.
Tenzij de partijen uitdrukkelijk anders overeenkomen, eindigt de schorsing van de verjaringstermijn één maand na de kennisgeving door een van de partijen, of door de bemiddelaar aan de andere partij of partijen, van hun wil om de bemiddeling te beëindigen. Deze kennisgeving dient per aangetekende brief te worden verzonden.
